Zie je ergens atalanta’s, groot koolwitjes of vuurjuffers rondfladderen? Dat is een goed teken, want op plekken waar veel vlinders of libellen zijn, gaat het goed met de natuur. De Vlinderstichting, opgericht in 1981, zet zich onder andere in om de vlinder- en libellenstand op een gezond niveau te krijgen en zo de biodiversiteit in Nederland te herstellen. Projectleider Nora Thierry vertelt over welke rol multifunctionele daken hierin kunnen spelen.
‘Als projectleider bij De Vlinderstichting houd ik me bezig met het integreren van biodiversiteitsherstel in andere sectoren. Dan moet je denken aan bijvoorbeeld woningbouw, civiele bouw en landbouw,’ vertelt Nora Thierry. Zo is ze betrokken bij het project Onder het Maaiveld . Hierin staat het herstel van het bodemleven in Nederland centraal, want de bodem vormt de basis voor een gezonde natuur en een gezonde maatschappij. Maar ook het leven boven onze hoofden kan hieraan bijdragen. Of liever gezegd: het leven op onze daken. ‘Op straatniveau is er weinig ruimte om de groene leefomgeving uit te breiden. Maar multifunctionele daken bieden wél de mogelijkheid om meer leefgebied voor onze inheemse flora en fauna te creëren. Deze daken zijn een prachtig verlengstuk voor groen in de bebouwde omgeving,’ aldus Thierry.
Wat volgens Thierry niet overgeslagen mag worden in de ontwikkeling van multifunctionele daken is ecologische kennis van inheemse soorten. ‘Niet elke vegetatie doet evenveel voor de biodiversiteit. Kleurrijke soorten van een ander continent zijn prachtig om te zien, maar binnen ons ecosysteem voegen ze niet zoveel als inheemse soorten. Wij vinden het belangrijk dat je ook kijkt naar welke dieren rondom de daken leven en hoe deze soorten elkaar kunnen versterken.’ Dit staat ook beschreven in de Handreiking Natuurdaken 2019, ontwikkeld vanuit de Green Deal Groene Daken.
Gevraagd naar wat ze een mooi groen dak vindt, noemt Thierry het groen-blauwe dak van het NIOO-KNAW-instituut in Wageningen: ‘Dit is een prachtig voorbeeld van een natuurdak dat een leefgebied vormt voor de inheemse flora en fauna.’ Daarnaast vormt dit dak een experimentele plek waar gekeken wordt naar verschillende combinaties van grassen en kruiden. Behalve sedumplanten is er nog meer vegetatie denkbaar voor de Nederlandse groene daken, zeker in combinatie met verschillende bodemtypes, die voor houvast en efficiënte afwatering moeten zorgen, en die op dit dak in 45 ‘minipolders’ gevat zijn. Een meetsysteem brengt temperatuur en vochtigheid in kaart, op basis waarvan een consortium van hydrologen, dakdekkers, gemeente Rotterdam, NIOO-ecologen en partners uit de waterketen verdere lessen uit kunnen trekken.
Partners van het Nationaal Dakenplan kunnen De Vlinderstichting bereiken voor advies en kennis over natuurinclusief werken en natuurinclusieve maatregelen. Thierry: ‘De vlinderstand vormt een belangrijke indicator voor de grotere natuurproblemen als droogte en stikstof. Zo weten we bijvoorbeeld dat een veelvoorkomende, algemene soort zoals witjes goed kunnen leven op planten met stikstof. Meer gespecialiseerde soorten, zoals parelmoervlinders, kunnen daarop minder goed leven. Dit soort kennis en metingen delen we graag. En daarom willen we steeds meer samenwerken met anderen om ervoor te zorgen dat overal in Nederland de natuur, de bodem en de biodiversiteit zich herstelt.’